Wijzigingen risico’s t.o.v. Programmabegroting 2022
Ten opzichte van de Programmabegroting 2022 zijn er een aantal wijzigingen in de risico’s met een risicoscore van 15 of hoger zichtbaar. Zie hiervoor de beschrijving in de vorige paragrafen. De wijzigingen in de overige risico’s worden hieronder nader toegelicht.
- Het risico Van Werk Naar Werk is verlaagd. De overschrijding op het budget is minder groot dan verwacht.
- Het risico van stijging kosten door overspannen markt is opgenomen in het nieuwe risico’s Prijsstijgingen.
- De COVID-19 risico's zijn opgenomen in de reguliere risico's en dus niet langer afzonderlijk belicht.
- Het COVID-19 risico voor de discontinuiteit van de organisatie is afgenomen. De organisatie is gewend geraakt aan de nieuwe manier van werken waardoor de mogelijke negatieve impact is gedaald. Kort verzuim als gevolg van een COVID-19 besmetting of een quarantaineverplichting is wel een relevant onderwerp.
- De PFAS en stikstof problematiek is nog immer relevant en leidt tot vertraging in projecten voor woningbouw en infrastructuur. Ondanks dat reeds de nodige woningen zijn gerealiseerd, heeft het gevolgen voor de ambitie van woningbouw.
- Bij de aanleg van maatschappelijk vastgoed en bedrijventerreinen en woonwijken wordt de nieuwbouw aangesloten op het elektriciteitsnet door Alliander. In april 2022 heeft Alliander aangegeven dat er nog slechts beperkt capaciteit is op het net. Hierdoor moeten in de nabije toekomst keuzes gemaakt worden wie er voorrang krijgt bij de aansluiting. Hierdoor zullen andere projecten moeten wachten op aansluiting en/of ingebruikneming. Dit probleem zal zich in 2022 en 2023 blijven voordoen.
- Bij de vaststelling van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs in 2019 zijn alleen de stichtingskosten per project geraamd. De locatie gebonden kosten waren destijds nog niet bekend en zijn daarom niet geraamd, maar moeten we wel gaan maken. De beheersmaatregelen zijn beperkt. Een deel van de locatie gebonden kosten valt onder de wettelijke plicht van de gemeente. Deze kunnen we dus niet voorkomen. Een ander deel van deze kosten valt te beheersen door heel kritisch te kijken of ze echt nodig zijn en scherpe bestuurlijke keuzes te maken. Dit vormt in de komende tijd een risico voor de financiering van de vier projecten uit de eerste termijn van het IHP.
- De gemeentelijke organisatie bereid zich voor op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De datum van inwerkingtreding is opnieuw uitgesteld en is nu definitief 1 januari 2023. Door het nieuwe uitstel moeten bestaande systemen/processen langer draaiende worden gehouden. Op dit moment is nog niet duidelijk wat dit betekent voor de komende jaren. Hier zal in het 3 e kwartaal van 2022 meer duidelijkheid over ontstaan.
Uit de Monte Carlo simulatie komt een totaal benodigde weerstandscapaciteit van € 9.805.000. Dit is
€ 2.804.000 hoger dan in de Programmabegroting 2022. De belangrijkste reden hiervoor zijn de benoemde prijsstijgingen waar we mee te maken hebben.